Logo van Waterschap Noorderzijlvest

Gemaal Ottervallei Vislift UP!

Visbewegingen 2023 168582

Vissoorten t/m 2023 37

Onderwaterbeelden

In de Vislift houden camera’s alle vissen die gebruik maken van de passage in de gaten. Zo weten we precies hoeveel vissen er zwemmen en hoe ze trekken.

Plant

Vismigratie

Voor een goede visstand moeten vissen vrij door kanalen, sloten, plassen en beken kunnen zwemmen. Vissen zwemmen namelijk tijdens hun leven naar verschillende leefgebieden. Bijvoorbeeld diep water dat niet dichtvriest in de winter. Of ondiepe plassen die snel opwarmen in de zomer. Sommige soorten zwemmen een deel van hun leven in de zee. En een ander deel in het zoete water. De paling en de driedoornige stekelbaars zijn daar voorbeelden van.

Afbeelding van een Europese Aal welke over de bodem zwemt.

Gezonde vispopulatie en biodiversiteit

Is de verbinding tussen verschillende leefgebieden geblokkeerd? Dan kunnen veel vissoorten niet overleven. Daardoor neemt de waterkwaliteit af. Daarom is vrije trek van vissen een belangrijk punt. We zijn sinds eind jaren '80 al bezig om de trek van vissen beter mogelijk te maken.

We kijken naar deze twee punten:

1.       Vrije trek van vissen

Vissen moeten vrij kunnen trekken vanuit de Waddenzee naar onze beken, sloten en kanalen. Tussen de verschillende wateren op de trekroutes liggen knelpunten, zoals gemalen of stuwen. We verbinden deze wateren met elkaar en lossen de knelpunten op. Bijvoorbeeld met een vistrap, een visvriendelijke pomp of een vislift. Zo ontstaan trekroutes voor vissen. Dit is vooral gunstig voor de volgende vissen: winde, serpeling, bermpje, paling, rivierprik, fint, spiering, driedoornige stekelbaars en snoek.

2.       Veilige trek van vissen

Sommige knelpunten liggen niet in een trekroute. Hier is ons doel dat vissen er veilig kunnen leven. We willen voorkomen dat vissen zich verwonden of doodgaan. Dat doen we met visvriendelijke oplossingen. We gebruiken de best beschikbare technieken. Gaan we een gemaal, sluis, duiker of stuw renoveren? Dan beoordelen we nut en noodzaak van de visvriendelijke oplossingen. Bouwen we nieuwe sluizen, duikers, gemalen of stuwen? Dan zorgen we ervoor dat deze zo visvriendelijk mogelijk zijn.

Vismigratie Polder de Dijken-Bakkerom

In Polder de Dijken-Bakkerom liggen voor vissen twee knelpunten tussen het water in de Matsloot en het water in de Ottervallei: gemaal De Dijken en de inlaat naar de waterberging. We zorgen op twee manieren dat vissen weer ongehinderd het gebied in en uit kunnen trekken: 

  • Bij het gemaal De Dijken aan de Matsloot staat een visvriendelijke pomp zodat vissen heelhuids in nieuw water terecht komen.

  • Naast de inlaat bij het gemaal staat de Vislift UP.

Een Vislift

De Vislift zorgt ervoor dat vissen tussen polder en boezem kunnen trekken. Dit type Vislift UP is specifiek ontworpen voor locaties met onnatuurlijk peilverschil.

Tijdens hun zoektocht naar geschikt leefgebied oriënteren vissen zich onder andere op de stromingsrichting. Vissen worden aangetrokken door de stroming van het gemaal. Maar daar kunnen ze niet verder. De vislift trekt de vissen aan met een lokstroom. De vissen proeven het water waar ze naartoe willen. Dit komt bijvoorbeeld door een ander zuurstofgehalte in het water, een andere temperatuur of een ander zoutgehalte. Het polderwater is aantrekkelijk voor vissen om te paaien en in op te groeien. De Vislift maakt gebruik van een opvangbak die aan de achterkant dicht gaat en aan de voorkant weer opengaat. Net als bij een echte lift worden vissen zo van boven naar beneden gebracht en andersom. Vissen kunnen zo via de vispassage de Ottervallei in en uit.

Meer dan honderdduizend

Sinds de vispassage is geplaatst, zijn al meer dan honderdduizend visbewegingen gezien. Dat wil nog niet zeggen dat er meer dan honderdduizend vissen door de vispassage zijn gegaan. Het kan ook zijn dat een vis meerdere pogingen doet en hierdoor vaker door de camera wordt geteld. Op de beelden is wel te zien dat de meeste soorten doorzwemmen en de vispassage passeren. Dat is goed nieuws!

Veel verschillende vissen

Op de camerabeelden zijn al veel verschillende vissoorten herkend. Dat geeft wel aan hoe soortenrijk het gebied is. Zo zien we de driedoornige stekelbaars, tiendoornige stekelbaars, alver, baars, bermpje, blankvoorn, brasem, paling, giebel, kleine modderkruiper, snoek, winde, zeelt, riviergrondel, kolblei, ruisvoorn en de pos.

Meer weten over wat wij doen? Bezoek dan de websites van Waterschap Noorderzijlvest en de Gebiedsontwikkeling Zuidelijk Westerkwartier.

Bezoek onze website

Meest gespot

Baars

Perca fluviatilis

Afbeelding van een baars.

De baars is een veelvoorkomende vis in Nederland en is te herkennen aan zijn gestreepte lichaam en rode vinnen. Deze soort behoort tot de familie van baarzen en kan tot 56 cm groot worden. Baarzen zijn generalisten. Dat betekent dat ze in veel verschillende typen wateren kunnen leven. Ze planten zich voort tussen maart en juni en zetten hun eieren af op verschillende structuren. De baars is niet bedreigd in Nederland en behoort tot de meest verspreide vissoorten.

Europese aal

Anguilla anguilla

Afbeelding van een Europese Aal.

De aal, ook wel paling genoemd, is een langgerekte trekvis die opgroeit in zoet water en zich voortplant in zee, in zout water. De soort heeft een opvallende levenscyclus. De larven trekken via zeestromingen naar kustgebieden om zich daar te ontwikkelen tot glasaal. Vervolgens trekken ze via rivieren en meren landinwaarts en kunnen ze tientallen jaren oud worden. De aal wordt bedreigd door watervervuiling, visserij en de aanleg van kunstwerken die trekken belemmeren. Maatregelen zoals het uitzetten van jonge aal en het beperken van visserij helpen om de soort te beschermen. Op de internationale IUCN Rode Lijst heeft de aal de status ‘ernstig bedreigd’.

Driedoornige stekelbaars

Gasterosteus aculeatus

Afbeelding van een groepje Driedoornige Stekelbaarzen.

De driedoornige stekelbaars (Gasterosteus aculeatus) is een kleine vissoort die tot 11 cm lang kan worden. Hij komt veel voor in Europa. Sommige groepen trekken, sommige niet. Kenmerkend zijn de drie stekels op de rug en het aan de zijkant afgeplatte lichaam met zilveren flanken. Tijdens de paaitijd bouwt het mannetje een buisvormig nest. Hij lokt het vrouwtje met baltsgedrag, waarna hij de eieren bewaakt. Het mannetje krijgt daarbij een felrode kleur. De stekelbaars plant zich voort van maart tot juni. In zee levende stekelbaarzen trekken naar zoet water voor de voortplanting. De driedoornige stekelbaars leeft in diverse wateren, van zoetwatersloten en beken tot zee en estuaria. Dat zijn verbrede mondingen van rivieren. Hij voedt zich met dierlijk plankton en kleine waterdiertjes.