Vismigratie
Voor een goede visstand moeten vissen vrij door kanalen, sloten, plassen en beken kunnen zwemmen. Vissen zwemmen namelijk tijdens hun leven naar verschillende leefgebieden. Bijvoorbeeld diep water dat niet dichtvriest in de winter. Of ondiepe plassen die snel opwarmen in de zomer. Sommige soorten zwemmen een deel van hun leven in de zee. En een ander deel in het zoete water. De paling en de driedoornige stekelbaars zijn daar voorbeelden van.
Gezonde vispopulatie en biodiversiteit
Is de verbinding tussen verschillende leefgebieden geblokkeerd? Dan kunnen veel vissoorten niet overleven. Daardoor neemt de waterkwaliteit af. Daarom is vrije trek van vissen een belangrijk punt. We zijn sinds eind jaren '80 al bezig om de trek van vissen beter mogelijk te maken.
We kijken naar deze twee punten:
1. Vrije trek van vissen
Vissen moeten vrij kunnen trekken vanuit de Waddenzee naar onze beken, sloten en kanalen. Tussen de verschillende wateren op de trekroutes liggen knelpunten, zoals gemalen of stuwen. We verbinden deze wateren met elkaar en lossen de knelpunten op. Bijvoorbeeld met een vistrap, een visvriendelijke pomp of een vislift. Zo ontstaan trekroutes voor vissen. Dit is vooral gunstig voor de volgende vissen: winde, serpeling, bermpje, paling, rivierprik, fint, spiering, driedoornige stekelbaars en snoek.
2. Veilige trek van vissen
Sommige knelpunten liggen niet in een trekroute. Hier is ons doel dat vissen er veilig kunnen leven. We willen voorkomen dat vissen zich verwonden of doodgaan. Dat doen we met visvriendelijke oplossingen. We gebruiken de best beschikbare technieken. Gaan we een gemaal, sluis, duiker of stuw renoveren? Dan beoordelen we nut en noodzaak van de visvriendelijke oplossingen. Bouwen we nieuwe sluizen, duikers, gemalen of stuwen? Dan zorgen we ervoor dat deze zo visvriendelijk mogelijk zijn.
Meer weten over wat wij doen? Bezoek dan de websites van Waterschap Noorderzijlvest en de Gebiedsontwikkeling Zuidelijk Westerkwartier
Bezoek onze website